BRIEF VAN
PATER PIET KRAMER
UIT
BANGALORE
INDIA
Kerstmis 2007.
Beste familie en medebroeders , vrienden en kennissen,
Rond Pasen heb ik verslag gedaan van mijn eerste
belevenissen in dit boeiende land, India. Nu ben ik hier bijna een jaar. En kerstmis
komt dichterbij. Een goede gelegenheid om U weer eens te schrijven.
De helft van
mijn Indiase avontuur zit er bijna op. Ik heb toegezegd om het werk hier in dit vormingshuis te
doen tot ik 75 ben.
Het dertigtal jonge indiers hier
noemen me glimlachend “Bara Naana = de lange grootvader” Maar ze opzadelen met een overgrootvader……!!!! De leiding is gelukkig in handen van beduidend jongere
collegas: dus vooruit nog maar even.
ACTIVITEITEN
De sfeer in dit seminarie vol jonge mensen is
levendig maar de reglementen zijn nogal strak. Dat was - zeker in het begin -
wel wennen. Ik geef een
bijbelcursus en vind dat ook voor mijzelf boeiend. Dan “kennis over Afrika”.
Want daar willen ze naartoe (ofschoon verreweg de meesten tenslotte
andere wegen kiezen). En Engels. Met persoonlijke begeleiding van een achttal
studenten, en dan minstens eens per week ‘n meestal langdurig staf-overleg. Voorts
doe ik de begeleiding van de morgen meditatie voor de beginnelingen en van het vrijwilligerswerk
buitenshuis, voorbereiden van de
dagelijkse vieringen, bijhouden van het
gemeenschap’s dagboek en vol schrijven van een contactblad, kleren wassen en strijkenmet dat alles heb ik genoeg
te doen.
Maar voor mij heeft het leven in India toch ook
iets avontuurlijks. Vorige keer schreef ik al dat Bangalore een grootstad is waar in tien jaar tijd de
bevolking groeide van 3 naar 7 miljoen. Met al wat dat meebrengt aan chaotiese verkeersoverlast,
oncontroleerbare bouwbedrijvigheden, electriciteitsuitval, in de regentijd onderlopende
wijken, onopgehaalde vuilnis…
De infrastructuur houdt de groei nauwelijks bij. Er
zijn ook vaak
nog erbarmelijke arbeidsvoorwaarden en schandalig lage lonen. Veel corruptie. Mensenhandel
woekert… Dat is de keiharde kant. Maar het is ook een
stad vol jonge mensen en mogelijkheden. Er zijn uitstekende opleidingen. Er is
werk. Telkens als ik in de stad kom kijk ik mijn ogen uit. Leven in de
brouwerij.
INDIASE
CULTUUR
Er is ook overal
de duidelijke aanwezigheid van de oeroude spirituele cultuur van dit
land : in heel volkse, kleurrijke en voor ons soms ook wat bizarre vormen. Maar dat alles gebed in
een door ontelbaar veel mensen dagelijks beleefde diepe onderstroom van wijsheid,
compassie en meditatie.
Dat heeft ook
een keerzijde. In de nog steeds
doorwoekerende tegenstellingen tussen de kastes. Met de Dalits, de onaanraakbaren, nog altijd de arme
en geminachte onderlaag, die het vuile werk moeten doen en vaak in
tentenkampen leven.
Ook in de tegenstellingen
tussen Hindoeisme en Islam. Of tussen Hindoeisme en de kleinere groeperingen zoals Christenen, Sikhs,
Buddhisten, …Aan de ene kant is het Hindoeisme wellicht de meest tolerante godsdienst
ter wereld. Maar het telt toch ook felle, soms moorddadige, fundamentalisten. Overigens
zijn ook die minderheden
niet altijd erg tolerant.
Merkwaardig
hoe wij mensen onze begaafdheden erkennen en de meest humane stelsels bedenken. En er goddank naar
handelen. Maar toch al te vaak de ploegscharen omsmeden tot zwaarden. Of het nu
democratie is, socialisme of nationalisme, kerkelijk geloof of politieke of filosofiese denksystemen, sexualiteit
of sport….. Zo gauw macht en geld gaan meespelen…..
GODSDIENST
EN HEILIGDOMMEN
Maar inmiddels ben ik dan
toch al een jaar lang op ontdekkingsreis in dit land waar we in Europa steeds
meer mee te maken zullen krijgen. Konigin Beatrix kwam niet voor niets naar
Bangalore, vergezeld van zo’n 120 ministers en
handelslieden. Maar ik ben niet uit op
handelscontracten. Ik zoek in mijn vrije
tijd en meestal rond Bangalore naar Indiaas andere
rijkdommen.
Een medebroeder uit Burkina Faso, die ik nog kende
uit zijn studententijd in Nairobi, kwam hierheen. Hij studeert interreligieuze
dialoog aan een Romeinse universiteit. Zijn prof vond dat hij maar eens een kijkje
moest gaan nemen in Hindu India.
Ik ging met hem op stap. Naar de kleine
dorpstempeltjes hier in de buurt. De jonge Brahmin in de Shivatempel haalde ons binnen, liet ons de godenbeelden zien en en
leidde ons daarna rond langs de simpele heiligdommen rondom: het beeld van de
stier, Nandi, het rijdier van de god Shiva: vereerd symbool van trouwe
dienst. De afdrukken van de god’s voeten onder een stenen baldakijn: verwijzing
naar God’s aanwezigheid. Trots wees hij ook naar een donker
uitstulpsel op het dak: naar wat ik altijd voor een soort watertank gehouden
had. Maar dat was de “lingam” van Shiva: zijn mannelijk geslacht.!!! Beeld van levengevende vruchtbaarheid.
In een ander tempeltje stak een oude priesteres
een hibiscusbloem tussen onze vingers en
goot er wat kokosmelk in: een vriendelijke godendrank….
We zijn ook in Mysore
geweest; Bij de samenvloeiing van twee rivieren komen mensen zich reinigen na een
rouwperiode. Ze waden door het water met de urn met as in hun armen. Terug op
de oever giet een Brahmin honing ,melk en helder water
over de handen van de rouwende in de urn en doet er gaven van meel en bloemen
bij. En hij zingt reciterend oude gebeden uit de Vedas, de heilige boeken.
We bezoeken ook een prachtige moskee in geel
zandsteen. En op de berg boven de stad een eerbiedwaardige,oude
tempel. Met een horde ondeugende aapjes die soms onverhoeds de offergaven uit
de handen van de bedevaartgangers grissen en die dan gezellig opeten tussen de
godenbeelden van de tempeltoren in.
VOLKSFEESTEN EN FOLKLORE
Daarna een bezoek aan het weelderige paleis van de Maharadjas. Een paar weken later was dat
paleis centrum van een jaarlijks terugkerend volksfeest en trok de lange
processie uit met troepen in bonte uniformen, olifanten, paarden, muziekcorpsen,
volksdansers, potsenmakers… Toen
tot meerdere eer en glorie van de vorst. Nu ter ere van de godin van de berg die - boven op een
olifant tronend - meereed. Maar dat weet ik alleen maar uit de krant.
Wel ging ik naar een ashram: een Indiaas kloostertje waar Christenen samen wonen: vanuit
het evangelie. Maar ook met de Vedas.
En uiterst sober: vegetaries, zonder mobieltjes, computers, TV…. Rustig mediterend
of bezig in de tuin of tussen de koeien…
Zelf ontdek ik in de weekenden een van de
aantrekkelijke kanten van de aanwezigheid van de Christen-minderheid hier Onze studenten
gaan op zondagen de stad in om vrijwilligerswerk te doen. Ik begeleid dat een
beetje en ga dus met ze mee. Op de fiets de heuvel af om half zeven ‘s morgens.
Dan met de bus naar de stad. Maar twintig kilometer. Maar wel anderhalf
uur bussen .
CHRISTENEN
Naar de “zusters
van de armen”. Die bewonen een oud klooster samen met 140 bejaarden die
anders op straat zouden moeten leven. Alleen oude mensen zonder inkomen
worden opgenomen. Vier mensen op een kamer. Gordijnen gunnen toch wat privacy. Overal
groene planten.
De bewoners zijn bijna allemaal Hindoes. Sommigen
komen geregeld in de kapel. Gewone Hindoes voegen Jezus gemakkelijk in bij hun favoriete goden. En Maria wordt vertrouwelijk “Maa”
genoemd: Moeder. Je vindt hun prenten geregeld in Hindoe wegkapelletjes. Heel
genoeglijk tussen afbeeldingen van Shiva, Vishnoe en Ganesha…in.
“Wij zijn
nog de enig echte bedelorde in de
kerk”, zeiden de zusters. En inderdaad: alles – kleding, eten en drinken,
medische zorg, onderhoud, personeel, vervoer etc. - wordt bijeen gebedeld door
twee van de zusters die bij bedrijven en particulieren aankloppen om bijdragen.
APOSTOLAAT
De Indiase Salesianen
hebben elf huizen in de stad opgezet voor de opvang van zwerfjeugd.
Vrijwilligers en een paar stafleden lopen elke dag de trein- en busstations af
en vangen de jonge mensen op, die elke dag de stad binnen komen. De
aanwezigheid van die vrijwilligers werd aanvankelijk gedwarsboomd door zgn “brokers”: Middelmensen die jongens en
meisjes ronselen met allerlei beloften waarna ze een slavenbaan krijgen in een
hotel of bordeel. Als ze al niet verkwanseld worden in de levendige
mensenhandel. Het aantal brokers is nu van zo’n 200
teruggelopen op ongeveer een zestigtal.
Als de jongens mee willen is de eerste opvang in “Bosco Mane”. “Er wordt daar gekeken of
ze naar huis terug kunnen. Zo niet dan gaan ze naar school of krijgen een eenvoudige
beroepsopleiding. Of er wordt werk voor hen gezocht. Of ze worden geholpen om
wat te verdienen op
de markt…Uiteindelijk worden ze in een groep van vier aan een kamer geholpen en
zo begeleid. Als dat goed gaat krijgen ze eigen huisvesting en staan ze voortaan
op eigen benen.
Intussen wonen ze in een van de overvolle Salesiaanse
huizen: in leeftijdsgroepen. Alles uiterst eenvoudig. Voor onze begrippen soms zelfs
haveloos: Slapen op een matje. Borden op een rek in de zelfde zaal. Geen tuin; Cricket
spelen op een veldje een eindje verderop…..
De kapel is er alleen voor stafleden. De jongeren
zijn bijna allemaal Moslim of Hindoe. Er wordt niet “geronseld”. De sfeer in de huizen is menselijk,
levendig, luidruchtig…
Er zijn counsellors: Mannen en vrouwen. Er zijn een
paar jonge advocaten die het lot van kinderen die met de politie in aanraking
komen in de gaten houden. En de politie trainingen geven over de rechten van
kinderen.
In de maand november werden er zo 141 jonge mensen opgevangen.
De meesten tussen de elf en de achttien jaar. 141 jongens en 6 meisjes !!!
GEHANDICAPTEN,
ARCHE-BEWEGING, ZIEKENHUIS
In “Ashe Niketan” wonen een vijftal gezonde
mensen samen met een tiental geestelijk gehandicapten: 14
Indiers. 1 Engelse. Niet in een instituut maar in een thuis. Alles wordt zoveel
mogelijk samen gedaan: koken,eten, schoonhouden van het huis, bidden, ontspannen…..Als ik er voor de eerst keer komt is er
een bijeenkomst van de Arche-beweging: 15 Gasten: Uit Duitsland, Belgie,
Schotland, Frankrijk, Spanje, Canada, Australie, Zimbabwe, Litauwen, Roemenie…Ze
zitten bij elkaar op de grond samen met de inwoners en worden door hen verwelkomd: Met
woorden. En met wijdse, welsprekende gebaren als woorden ont breken. De gasten zijn
hier voor een paar weken verdere vorming.
Wij maken de keuken schoon. En dan zit ik met mijn
arm om de schouders van een van de bewoners die niet kan praten liedjes te
zingen. Of we gaan achter de invalidenwagen aan het park in…..
En dan is er Martha’s
ziekenhuis: Met neo-gotische torentjes en een paars geribde kloostergang
het oudste ziekenhuis in de stad. Zusters van de goede Herder. We gaan rond en
praten met zieken die geen bezoek krijgen. Onder de hoede van zuster Juliana,
een Indiase, die soms
mensen de handen even oplegt.
RETRAITE
Ik wist van Christ-college: een van de beste
universiteits-colleges in de stad. Van St. John’s hospital: het grootste
ziekenhuis…Trotse projecten. Maar ik
ontdek de “binnenkant” van de Christengemeenschap hier toch meer in deze bescheiden
ondernemingen waar wij bij betrokken zijn. India van binnen.
Die ontdek ik ook in de retraite
: “An Indian contemplative retreat”. Vijf dagen op zoek naar een
contemplatieve manier van bidden en werken. Aan de hand van het Johannes
evangelie en een Indiaas mystiek werk: “Bagavad
Gita”.
De Indiase Jesuiet die ons begeleidt kent de mystieke cultuur van zijn
vaderland als zijn achtertuin. En leeft ervan. We zijn met 32. Twee bisschoppen
met houten
borstkruisen en op flipflops. Tien andere priesters. En twintig zusters. Een zuster van Charles de Foucauld en ik zijn de enige
buitenlanders
.
Een stille plek in de stad. Met op het erf een
kapel, gebouwd als een Indiase tempel. Zes meditaties per dag.
We raken de aarde en dragen onze wereld mee. We
voelen onze lichamen en de adem gaat rustig op en neer. Gave en overgave. “Hier
ben ik”.
De conferenties wijzen op beelden in het evangelie
en die blijven ons bij in de meditatie : De boomstam, de
wijnstok, waardoor het leven uit de wortels naar de takken en twijgen
omhoogkomt. En vrucht draagt : Het diepe leven in ons. Of het beeld van
levend water dat opwelt uit de bron en stroom wordt en mijn waterpot vult.
Geheim van God’s leven in en om ons.
En dan uit de Bagavad
Gita het zoeken naar wijsheid = njana.
Geen geredeneer. Maar schouwen. En bhakti:
devotie die niet vastloopt in uiterlijkheden maar in toewijding die uit het
hart komt. En karma: doen wat je te doen staat. In je wereld. En in dat alles het vermoeden
van God’s aanwezigheid .
Dit was een etappe in mijn zoektocht. Thuis gekomen
ging ik weer aan de gang. Met de dertig jonge mensen. En zonder twee stafleden
die thuis – in hun vaderland - hun visa-verlenging zijn
gaan halen. Op naar kerstmis.
Ik hoop dat het U allemaal goed gaat.
Ik wens U van harte allemaal een gezegend
kerstfeest en een gezond nieuw jaar.
Piet
Webmaster-NL |